Volkskrant4

Volkskrant-journalist Wietse Pottjewijd ging op zoek naar eerlijke kleding. Waar is het te krijgen, en hoe is te toetsen of kleding echt eerlijk is geproduceerd? Hij interviewde diverse winkeliers en…Enschede Textielstad!

Het resultaat van Wietses zoektocht en het interview is dit weekend te lezen in de weekendbijlage van de Volkskrant. Klik op ‚lees meer‘ voor het hele artikel.

Eerlijke kleding kopen: is dat mogelijk?

Kledingzaken beroemen zich op een goede omgang met mens en milieu. Het kan dus niet al te moeilijk zijn om een eerlijk geproduceerde zomeroutfit te vinden. Wietse Pottjewijd shopte zich suf. ‚Ja, wij verkopen eerlijke kleding, maar hoe het precies zit, weet ik niet.‘
Door: Wietse Pottjewijd | 16 mei 2015

Er is voetbal op tv. Na afloop van de Champions Leaguewedstrijd flitst een reclame van Zeeman voorbij: ‚Drie T-shirts voor vijf euro en ook nog eerlijk gemaakt‘. Voor bijna een hele euro minder dan een Big Macmenu kan je drie T-shirts kopen. Eerlijke T-shirts. What the fuck, denk ik, hoe is dat mogelijk? Het zit me al langer dwars dat de kleding die ik draag waarschijnlijk is gemaakt onder erbarmelijke omstandigheden in ontwikkelingslanden. Maar hoe kom ik aan spullen waarvoor dat niet geldt? Moet ik dan op zo’n reclame afgaan?

Zeeman is niet de enige winkelketen die de nadruk legt op een deugdzame productiewijze. H&M heeft een Conscious-lijn, WE een speciaal WE care-programma voor een verantwoorde omgang met mens en milieu. En ze hebben allemaal websites met uitleg over duurzaamheid en ethiek.

Foto: Linelle Deunk voor Volkskrant

Foto: Linelle Deunk voor Volkskrant

Primark

Zelfs op de website van Primark, vaak juist aangehaald als grote boosdoener, zijn mooie verhalen te vinden. Neem nou de 47-jarige Valliammal uit Zuid-India. Zij heeft dankzij het hulpprogramma van Primark haar man van de drank afgekregen. ‚Mijn man had drankproblemen. Dankzij de informatie die ik kreeg, heb ik hem kunnen voorlichten over de gevaren van overmatig drankgebruik. Sindsdien drinkt hij veel minder‘, staat er.

Of naaister Gudiya die ‚geniet van het financiële voorlichtingsprogramma‘. Al het loon dat ze overhoudt spaart ze, en via haar schoonmoeder geeft ze deze methode door aan haar man omdat hij niet naar haar luistert. ‚Na de training heb ik mijn schoonmoeder verteld wat we geleerd hebben en hierdoor heeft mijn man indirect ook de training gekregen, omdat hij luistert naar wat zijn moeder zegt.‘ Gudiya hoeft nu niet meer bang te zijn dat haar man van haar maandloon meteen een plasma-tv aanschaft.

Hieruit zou je als argeloze consument kunnen concluderen dat het twee jaar nadat in Bangladesh de textielfabriek Rana Plaza is ingestort – met ruim duizend doden tot gevolg – weer goed gaat met de kledingindustrie. Goed nieuws voor wie soms wat last heeft van zijn geweten tijdens het afrekenen bij de kassa. Voor mensen zoals ik dus. Ik neem een besluit: vanaf nu wil ik alleen nog maar eerlijke kleding kopen. Tijd om te winkelen.

Foto: Linelle Deunk voor Volkskrant

Foto: Linelle Deunk voor Volkskrant

Adverteren met eerlijkheid

Ik richt me op winkels die met eerlijkheid adverteren. Zo sla ik Zara over. Terecht, blijkt al gauw, als ik in de krant lees dat bij dat bedrijf in Brazilië opnieuw een reeks misstanden is vastgesteld: excessief lange werkdagen zonder pauzes, onverantwoord gebruik van gevaarlijke machines en chemicaliën, betalingsachterstanden van salarissen, en de tewerkstelling van minderjarigen.

Vanaf Amsterdam Centraal loop ik de dichtstbijzijnde H&M in op de Nieuwendijk. De verkoopster is enthousiast over mijn keuze voor eerlijke kleding. ‚Wat een goed initiatief. We hadden ooit folders hierover maar die liggen er helaas niet meer‘, zegt ze. ‚Ik weet dat we basics hebben van de Conscious lijn, dat is sowieso helemaal eerlijk.‘

Conscious. Sowieso helemaal eerlijk. Klinkt goed, ik vraag de verkoopster wat er anders is aan deze kleding. Ze heeft geen idee. Helaas. Ook bij de volgende H&M op het Leidseplein weten ze het niet. Daar wordt mij verteld dat de gehele H&M-collectie eerlijk is en dat ik maar op de website moet kijken of naar het hoofdkantoor moet bellen als ik meer wil weten.

Telefoontje

Dat is misschien meer dan je van de gemiddelde consument kunt verwachten, maar vooruit, ik bel:

Hi, kan ik bij jullie eerlijke kleding kopen?

‚Ik weet dat we eerlijke kleding maken met eerlijke lonen voor de arbeiders maar hoe het precies zit dat weet ik niet, meer informatie hierover is te vinden op onze site.‘

Daar wordt mij niet echt duidelijk hoe eerlijk jullie zijn en hoe ik dat kan controleren.

‚Als je precies wil weten hoe het zit dan kun je het beste een mailtje sturen.‘

Is er niemand die het even simpel uit kan leggen?

‚Nee, diegene is er helaas niet.‘

Er is maar één iemand die hier meer over weet?

‚Ja.‘

Rank a Brand

In afwachting van het antwoord van H&M loop ik door de Kalverstraat naar de WE. Als ik een verkoopster aanspreek, volgt koortsachtig overleg met storemanager Kasper van de Kamp. ‚Wij produceren alles eerlijk‘, zegt hij. ‚Het verschil in onze kleding zit voornamelijk in de materialen en de duurzaamheid daarvan. Maar qua arbeidsomstandigheden zijn wij honderd procent eerlijk, we betalen iedereen een leefbaar loon. Wij zijn een Nederlands bedrijf en daar heb je zulke praktijken niet zoals bij de grote ketens als H&M.‘ H&M is een Zweedse multinational. Logo International, de holding waar WE onder valt, is een veel kleinere speler. Hij laat een T-shirt van euro 12,95 zien dat volgens hem helemaal schoon is.

Dat is verdacht voordelig. En als ik kijkop de vergelijkingssite Rank a Brand, waar je populaire merken kunt vergelijken op duurzaamheid, zie ik iets heel anders. Daar krijgt WE het D-label, de op één na slechtste beoordeling, onder andere omdat ze juist geen eerlijk loon betalen. Ik verlaat deze winkel dan ook zonder inkopen. Bij The Sting even verderop zegt de storemanager simpelweg niet te weten hoe het zit met de kleding die ze verkopen. En bij de Primark gaat het net als bij de H&M: ze verkopen eerlijke kleding zeggen ze, en als je meer wilt weten, check je maar de website.

Tot mijn verbazing zie ik op Twitter dat nota bene D66-leider Alexander Pechtold naar de Primark gaat. Hij twittert: ‚De dag die je wist dat zou komen… #shoppenmetjedochter :-),‘ en voegt er een foto van een gevulde Primarktas bij. Op de dag af twee jaar na de ramp met Raza Plana bel ik hem op. Hij wil er niet op ingaan, de foto van het gezinsmomentje die hij met zijn 350 duizend volgers heeft gedeeld, heet nu ineens ’semi privé‘.

Ik ben intussen vijf winkels verder en heb nog niets. Ik voel beginnende wanhoop. Naar de Zeeman gaan, waar het allemaal mee begon, heeft zoals verwacht weinig zin. Als ik ze bel, zegt woordvoerder Arnoud van Vliet dat de lage prijs voor de T-shirts tot stand is gekomen ‚door een marge-concessie‘. Hij bedoelt dat ze wat minder winst maken. Dit is goed mogelijk, en fijn voor mensen die maar weinig te besteden hebben, maar wordt er daadwerkelijk een eerlijk loon betaald?

Nee, zegt Niki Janssen van de Schone Kleren Campagne. ‚Ze claimen een eerlijk loon te geven, maar wat ze doen is een wettelijk minimumloon betalen, als daarvan in een productieland sprake is, en dat is wat anders dan een eerlijk en leefbaar loon. Een gezin moet er van kunnen leven en het moet voldoende zijn voor drie maaltijden op een dag. Ik vind het misleidend. Zeeman zegt dat ze goed bezig zijn, maar dat ze niet per se voorlopers hoeven te zijn. Maar het is gewoon schending van mensenrechten‘, zegt Janssen, ‚dat heeft niets met voorlopen te maken. Het is niets extra, het is zo basic als de T-shirts die ze verkopen. Ze zouden veel meer kunnen doen.‘

Het gaat om winst

Wat moet je nou eigenlijk, als consument van goede wil? Door het gebrek aan informatie is het ondoenlijk te bepalen wat eerlijke kleding is en wat niet. Een van de weinigen die het toegeeft, is Willem Wenniger van Skateshop Amsterdam: ‚Ik denk dat het onmogelijk is om eerlijke kleding te kopen‘, zegt hij droogjes. ‚Het gaat de grote merken toch maar om één ding en dat is de winst.‘ Hij pakt een grijze Carhartt-trui die uitgestald ligt op een tafel in het midden van de smalle winkel. ‚Deze is bijvoorbeeld in Griekenland gemaakt, dat staat op het label. Maar het kan net zo goed zijn dat de washing in China is gedaan. Het komt vaak voor dat de labels in een Europees land worden gezet.‘

Er zijn wel winkels die eerlijke(re) kleding verkopen en die transparant over hun productie zijn. Maar daarvoor moet ik wel verder kijken dan de grote winkelstraten. Geitenwollenwinkel in de Utrechtsestraat is er zo één. Abigail Bakker begon de winkel met haar tweelingzus met het ambitieuze doel om uiteindelijk een tegenhanger van H&M te worden. Ze hebben een producent die aangesloten is bij de Fair Wear Foundation, een stichting die de productie controleert en die contact houdt met de gemeenschap waar kledingfabrieken staan. Maar zelfs zij kan niet garanderen dat hun kleding honderd procent eerlijk geproduceerd wordt.

‚De producent zorgt dat er ecologisch materiaal gebruikt wordt en laat het ontwerp maken in een gecertificeerde fabriek. Dat wil niet zeggen dat het een fabriek is die al aan alle voorwaarden voldoet, maar wel dat het een fabriek is die het geld gebruikt voor verbeteringen.‘

‚De fabrieken die wij gebruiken staan in Bangladesh en Pakistan, waar ongeveer negentig procent wordt gecontroleerd, Fairwear heeft niet de middelen om honderd procent controle uit te voeren. Het komt soms nog steeds voor dat fabrieken bepaalde producties uitbesteden aan andere fabrieken waar de omstandigheden niet goed zijn. Daarom wil ik op den duur mijn eigen fabrieken hebben.‘

Weinig verhelderend

Een dag later krijg ik van H&M een mail met antwoord op mijn vraag of ik eerlijke kleding bij hen kan kopen. Het antwoord is weinig verhelderend. ‚Ja, je kunt met een gerust hart verder je kleding bij ons kopen. En uiteraard kijken we ook of onze policy daadwerkelijk wordt nageleefd. Dat gebeurt door middel van onverwachte controles.‘
Over het salaris van werknemers wordt niks duidelijk. ‚Vragen over bijvoorbeeld de hoogte van het salaris van een werknemer in een bepaalde productiesector, zullen niet worden beantwoord. Zoals je hebt kunnen lezen bij Wages (op de website van H&M red.), zorgen we ervoor dat het bestaansminimum wordt gegarandeerd. Dit is natuurlijk afhankelijk van de levensstandaard in dat bepaalde land.‘ Ook in deze mail wordt weer naar de site verwezen voor meer info, omdat ‚het een beetje veel is om in een telefoongesprek te vertellen of om in een e-mail te schrijven‘.

Als dit het antwoord is van die ene medewerker die alle ins en outs van ‚conscious‘ kleren weet, geeft ze haar kennis niet makkelijk prijs.

De tijd die ik steek in een nieuwe zomeroutfit begint buiten proportie te raken. Maar alles voor de goede zaak: ik zet nog even door. Als zelfs winkels die daar hard naar streven geen eerlijkheidsgarantie kunnen geven, blijft nog maar één mogelijkheid over: de productie dichter bij huis zoeken. Verschillende modemerken en producenten denken al na over de mogelijkheid om hun fabricage uit het buitenland terug te halen, zegt brancheorganisatie Modint, dus ondenkbaar is het niet dat er straks weer in Nederland wordt geproduceerd.

Enschede

Dé textielstad van Nederland was vroeger Enschede, voordat te hoge lonen eind jaren zestig de ondergang van deze maakindustrie in Nederland inluidden en de stad met een hoge werkloosheid achterbleef. Juist in die stad zou het nieuwe hoofdstuk van kledingmakerij in Nederland weleens kunnen beginnen. Daarvoor breng ik een bezoek aan de jonge ondernemer Annemieke Koster. Zij wil het roemrijke textielverleden van haar stad nieuw leven inblazen met de start van haar eigen fabriek: Enschede Textielstad.

Buiten schieten de overblijfselen uit het industriële verleden voorbij: arbeiderswoningen in de Weverstraat, parken met statige stadsvilla’s van voormalige textielbaronnen. Koster manoeuvreert haar auto door het stadsverkeer. Van de oude fabrieken die vroeger het stadsbeeld bepaalden is weinig meer zichtbaar, die werden grotendeels gesloopt. Een pijnlijk hoofdstuk in de geschiedenis van Enschede.

Koster moet uitkomst bieden: ik ga mijn eerlijke kleding door haar laten maken. Het idee is even eenvoudig als briljant. Ik ben te vroeg, zegt ze: ‚Ik ben anderhalf jaar geleden begonnen en ben nu zo ver dat ik weet wát ik moet maken en hoe ik het moet maken, dat was best wel een ontdekkingstocht. Ik heb een partij in Enschede gevonden die machinecapaciteit over heeft, zij maken binnenvoeringen voor jasjes en ik kan hun machines gebruiken. Nu ben ik op zoek naar een opdrachtgever die veel wil afnemen.‘

De Enschedese gaat bovendien alleen stof produceren. ‚De ene helft van de stof wil ik verkopen aan een duurzaam kledingmerk en de andere helft direct aan de consument. Die kan bij mij online een lap stof kopen om er iets van te laten maken in een pop-up store in Enschede.‘

Nieuwe fabriek

Koster wilde aanvankelijk net als ik een artikel schrijven. ‚Dat is een beetje geëscaleerd richting het idee van een fabriek starten.‘ Op een vrijdag bedacht ze haar plan, de maandag daarop zegde ze haar baan op. Haar onderneming begon met dezelfde behoefte als ik heb: ‚Na de ramp met Rana Plaza ben ik alleen nog maar mijn eigen kleding gaan maken en merkte ik dat het heel moeilijk was om aan goede stoffen te komen. Niemand kon mij vertellen waar de stof precies vandaan kwam en de kwaliteit was vaak slecht.‘

Als je katoen uit bijvoorbeeld India moet halen, hoe eerlijk en duurzaam is je product dan nog? ‚De essentie is juist dat ik lokaal ga werken‘, zegt Koster. ‚Bijvoorbeeld een gewas gebruiken zoals vlas, dat prima hier verbouwd kan worden, om linnen van te maken. Of gerecycled denim.‘

Extra betalen

Een lastige vraag is die van de prijs. Ik wil best extra betalen, maar geen honderden euro’s, zo eerlijk ben ik ook wel. ‚Waarschijnlijk wordt de kleding wel duurder, omdat de lonen hier hoger liggen, maar ik sla ook een aantal stappen over in de keten, wat weer goed is voor mijn marge. Het verbaast mij wel dat mensen duizend euro aan een trouwjurk uitgeven, maar dat ze voor hun dagelijkse kleding zo weinig over hebben. Ik wil naar een model waarin kleding weer iets wordt dat heel lang meegaat en dat ook echt onderdeel van jezelf wordt. Maar zolang wij nog in het systeem zitten waarin geel het ene seizoen helemaal in is en het volgende seizoen not done, gaan consumenten nooit iets kopen waar ze jaren mee doen.‘

Koster: ‚Aan het begin van de 20ste eeuw kochten mensen een jas voor de prijs van drie maandsalarissen. Die ging ontzettend lang mee. Als dan de voering kapot was, werd er een nieuwe ingezet. Nu gooien mensen hun jas weg en kopen ze een nieuwe. Dat is gewoon goedkoper.‘

Denkt de 26-jarige onderneemster nou dat ze met haar charmante idee de kledingwereld op haar kop kan zetten? Begint de revolutie in Enschede? ‚Ik word geen concurrent van Bangladesh. Iedereen met textielkennis verklaarde mij voor gek dat ik dit in Nederland wil gaan doen, omdat het volgens hen nooit rendabel kan zijn, maar ik wil alleen bewijzen dat het anders kán en daarmee inspireren.‘